Opstel- en aansluitaanwijzing
35
Aansluiten van de afwasautomaat
Wateraansluiting
De machine is uitgerust met veiligheidsvoorzieningen die verhinderen
dat spoelwater in het drinkwaternet kan terugstromen en die voldoen
aan de betreffende watertechnische veiligheidsvoorschriften.
• De afwasautomaat kan aan koud water en aan warm water tot max.
60°C worden aangesloten.
• De afwasautomaat mag niet aan open heetwatertoestellen en door-
stroomtoestellen worden aangesloten.
Toelaatbare waterdruk
Toevoerslang aansluiten
1
De toevoerslang mag bij het aansluiten niet geknikt, platgedrukt of
ineengestrengeld zijn.
0 Toevoerslang met de slangkoppeling (DIN 259) aan een waterkraan met
buitenschroefdraad (3/4") aansluiten. De moer van de slangkoppeling
alleen met de hand aandraaien.
3
• Om de mogelijkheden om in de keuken water te tappen niet te beper-
ken, adviseren wij u een extra waterkraan te installeren of aan de
aanwezige kraan een aftakking te bouwen.
• Als u een langere toevoerslang nodig hebt, moet u een originele com-
plete slangset gebruiken (verkrijgbaar bij de vakhandel of onze ser-
vice-afdeling):
– slangset "WRflex 100" (E-nr. 911 239 034)
– slangset "WRflex 200" (E-nr. 911 239 035)
Minimaal toelaatbare waterdruk:
1 bar overdruk (=10N/cm2=100 kPa)
Als de overdruk lager dan 1 bar is, dient u
onze service-afdeling te raadplegen.
Maximaal toelaatbare waterdruk:
10 bar overdruk (=100 N/cm2 =1 MPa)
Bij meer dan 10 bar overdruk moet een
reduceerventiel worden geïnstalleerd
(verkrijgbaar bij de vakhandel).
Comments to this Manuals