Opstel- en aansluitaanwijzing
32
OPSTEL- EN AANSLUITAANWIJZING
Opstellen van de afwasautomaat
• De afwasautomaat moet stabiel en waterpas op een vlakke vloer
worden opgesteld.
• Schroefvoeten met de schroefsleutel
uitdraaien om oneffenheden in de
vloer te compenseren en de hoogte
van het apparaat aan andere
meubelen aan te passen. Naargelang
de uitvoering van de schroefvoeten
ofwel
– met een vorksleutel
ofwel
– met een schroevendraaier
• Bij onderbouw- en integreerbare en volledig integreerbare afwasau-
tomaten moeten de voeten met een schroevendraaier vooraan aan
het toestel afgesteld worden.
• Afvoerslang, toevoerslang en aansluitsnoer moeten binnen de
sokkeluitsparing achter vrij beweeglijk liggen, opdat de slangen
en het snoer niet geknikt of platgedrukt worden.
• De afwasautomaat moet bovendien vast aan het doorlopende werk-
blad of aan de meubelen ernaast geschroefd worden. Deze maatregel
is absoluut noodzakelijk, opdat de volgens de voorschriften vereiste
kiepveiligheid gewaarborgd is.
Comments to this Manuals