Beschrijving apparaat
16 818 22 00-00/9
Bedieningspaneel
1 Controlelampje (groen)
2 Toets AAN/UIT
3 Temperatuurindicatie
4 Toetsen voor temperatuurinstelling
5 Indicatie voor ingeschakelde COOLMATIC-functie (geel)
• COOLMATIC voor intensief koelen in de koelruimte
6 Toets COOLMATIC
Toetsen voor het instellen van de temperatuur
De temperatuur wordt ingesteld via de
toetsen „+“ (WARMER) en „-“ (KOUDER).
De toetsen staan in verbinding met de temperatuurindicatie.
• Door te drukken op één van de twee toetsen „+“ (WARMER) of „-“
(KOUDER) wordt de temperatuurindicatie van de WERKELIJKE tempe-
ratuur (er brandt een lampje) op de GEWENSTE temperatuur (er knip-
pert een lampje) omgeschakeld.
• Door weer te drukken op één van de twee toetsen gaat de GEWENSTE
temperatuur steeds 1 stap omhoog resp. omlaag.
• Als geen toets wordt ingedrukt, schakelt de temperatuurindicatie na
korte tijd (ca. 5 sec.) automatisch weer op de WERKELIJKE tempera-
tuur terug.
GEWENSTE temperatuur betekent:
De temperatuur die in de koelruimte moet heersen, kan op de op het
display aanwezige temperaturen ingesteld worden. De GEWENSTE tem-
peratuur wordt knipperend aangegeven.
WERKELIJKE temperatuur betekent:
De temperatuurindicatie geeft de temperatuur aan die op dat moment
werkelijk in de koelruimte heerst. De WERKELIJKE temperatuur wordt
door het branden van een lampje aangegeven.
Comments to this Manuals